Stage – I: Voorbereiding

Zo’n vijftien jaar geleden kwam ik tot de ontdekking dat New York gesticht is door Nederlanders. Sindsdien wist ik: daar ga ik een keer naar toe. Dus toen ik een paar maanden geleden op zoek ging naar een stageplek ben ik gaan zoeken naar iets daar in de buurt. Mijn keuze was uiteindelijk gevallen op Rutgers University in New Brunswick, New Jersey op ongeveer een uur van New York. Maar kon dat ook? Slechts één mailtje later bleek van wel. De professor wou me graag hebben dus kon het papierwerk beginnen.

Na gezeur over geld en verzekeringen kon ik drie weken geleden eindelijk mijn visuminterview aanvragen. Vorige week donderdag was het eindelijk zo ver!
Bij het maken van de afspraak (8.25 ’s ochtends!) werd gezegd om tien minuten van te voren aanwezig te zijn, 8.15 dus. Dat betekent de trein van 5.06 uit Groningen om om half 8 in Amsterdam aan te komen. In Amsterdam kun je tegenwoordig niet meer met de strippenkaart reizen en uitzoeken hoe het zit met de ov-chipkaart was me teveel werk. Aangezien ik ruim op tijd was kon ik ook wel lopen. Rond 8 uur kwam ik aan bij het zwaarbeveiligde consulaat: camera’s die elk hoekje in de gaten houden en een dik hek om het pand. Bij de poort werd me verteld dat het consulaat om half negen open zou gaan. Eh… goed…
Langzaamaan stonden er meer mensen op de stoep, allemaal wachtend tot het consulaat open ging. Iets voor half negen kwamen er twee mannen naar buiten om aanwijzingen te geven: iedereen in een rij, mensen zonder elektronica (telefoon, camera) vooraan. Gelukkig had ik op internet gelezen dat ik inderdaad alle elektronica thuis moest laten omdat mensen zonder elektronica voorrang hadden. De poort ging open en de mensen met een afspraak om 8.25 mochten zich melden. In een opgesteld tentje werd gezegd alle belangrijke papieren (paspoort, foto, enz.) uit je tas te halen en verder alles uit je zakken te halen. Vervolgens werd je tas gecontroleerd of er inderdaad geen elektronische spullen in zaten en werd er snel maar grondig een metaaldetector langs je lichaam gehaald. De tas moest daar achterblijven en vervolgens mocht ik doorlopen richting het pand. Daar mochten een voor een de mensen binnenkomen om de eerste papieren in te leveren, maar niet voordat ik nogmaals werd gevraagd of ik geen elektronica bij me had. Vervolgens weer door een detectiepoortje en de wachtruimte in. Bij het woord “visuminterview” had ik verwacht dat ik alleen in een kamertje zou zitten met iemand van het consulaat, die vervolgens na het stellen van vragen en het bekijken van mijn papieren zou bepalen of ik wel of niet een visum zou krijgen. Niet dus, het leek meer op de wachtruimte bij de gemeente. Bij binnenkomst kreeg ik een nummer toegewezen en toen mijn nummer aan de beurt was moest ik naar een loket lopen waar ik het restant van mijn papieren moest inleveren (bewijs dat Rutgers mij een stageplek aanbied, foto, bewijs van betaling). De enige vraag was “hoe oud is deze pasfoto?”. Daarna kon ik weer een plek opzoeken totdat mijn naam werd omgeroepen. Toen dit gebeurde moest ik nog even vertellen wat mijn plan was aan de universiteit en wat ik daarna zou gaan doen. Dat was volgens die man allemaal in orde. Bewijs dat ik genoeg geld had om rond te komen? Niet nodig. Verzekeringspapieren? Ach nee joh. Cijferlijst? Nergens voor nodig!
Een paar minuten getyp later: “je visumaanvraag is ingevoerd, je ontvangt hem over 3 a 4 dagen” en klaar was het al!
Maar na 2,5 uur in de trein en een uur op het consulaat moest ik nog even naar de wc voordat ik wéér 2,5 uur in de trein zou gaan. Ook dat bleek een bijzondere ervaring: een wc in het pand zal wel te “gevaarlijk” zijn dus hadden ze een wc in het tuinhuisje buiten. Achter een hek. Met slot. Nou ja…

Na slechts twee werkdagen in plaats van de eerder genoemde 3 a 4 had ik mijn visum in huis en kon de reis écht definitief doorgaan!